“Het is cruciaal dat je eerste circulaire stap een succes is”

Update

De maakindustrie kent al flink wat bedrijven die waardeverlies omzetten in circulaire business. Kunnen we met elkaar oplossingen bedenken om weer een concrete stap verder te komen? Op 29 november vond de vierde editie van CIRCO Next Steps Live plaats, in ‘voorbeeldstad van de circulaire economie’ Blue City, een voormalig tropisch zwembad in Rotterdam.

10

In de maakindustrie liggen nog volop kansen om circulair te gaan ondernemen. Zo blijkt dat er nog nauwelijks acties zijn ontplooid op het gebied van repair, refurbishment, remanufacturing en repurpose binnen het rijksbrede programma circulaire economie. Dit zijn bij uitstek strategieën die zich goed lenen als eerste stap – en juist die eerste stap met betrekking tot het toepassen van circulaire principes is essentieel voor het draagvlak binnen de organisatie, en daarmee de mogelijkheden voor verdere vervolgstappen.

Het is namelijk vrij eenvoudig om door middel van re-use, refurbishment en remanufacturing op hoogwaardiger niveau dan recycling, direct kringlopen te sluiten en aantoonbaar (financieel) resultaat te realiseren. Denk bijvoorbeeld aan een directe besparing op inkoop door hergebruik van (hoogwaardige) componenten. Ook repurpose is interessant als ‘first step-strategie’, want tweedehands verkoop van restproducten levert doorgaans meer op dan recycling. Daarnaast hoef je meestal geen, veelal complexe, ketenbrede samenwerkingen aan te gaan waarbij het slagen van het project in handen ligt van meerdere stakeholders. Voor alle activiteiten geldt dat ze vaak nog niet worden ontplooid, simpelweg omdat er onvoldoende aandacht voor is binnen de organisatie.

 

 

Van waardepropositie naar implementatie: succesfactoren
“Circulaire business begint met die belangrijke eerste stap”, aldus Bas Hillerström, CIRCO-trainer en sectorcoördinator Maakindustrie, “maar ook daarna volgt nog veel werk”. Erik Bottema, collega van Bas bij Critical Minds, deed onderzoek naar de succesfactoren bij de implementatie van circulaire proposities. Een succesvolle implementatie bestaat volgens dit onderzoek uit stappen die aansluiten bij het niveau van ‘duurzame volwassenheid’ van een organisatie. De beginfase, wanneer een organisatie nog niet scherp heeft wat duurzaamheid oplevert, vraagt om een afgemeten aanpak. Er is vaak een gebrek aan intrinsieke motivatie, mensen zijn bang dat een focus op duurzaamheid ten koste gaat van concurrentievermogen.

Wat een organisatie dan nodig heeft, is iemand die duurzaamheidsdoelen kan vertalen naar de dagelijkse praktijk en circulaire doelen kiest die aansluiten bij andere strategische doelen van de organisatie, zoals klantenbinding of kostenbesparing. Tot slot benadrukt Bas het belang van klein beginnen. Als volledig circulair ondernemen ver af staat van de realiteit, begin dan met bijvoorbeeld het terugwinnen van een enkel productonderdeel en breng de baten hiervan goed in beeld voordat je gaat opschalen. “Zo ontwikkel je een succesvol project tot een gedragen ambitie en belandt circulariteit in het hart van de organisatie.”

Drie ondernemers die aan de slag gingen met een circulaire waardepropositie, deelden tijdens CIRCO Next Steps Live hun ervaringen en uitdagingen. Niels Maat van SEW EURODRIVE: “Het zou een heel mooi cadeau voor mij zijn als ik vandaag naar huis ga met antwoorden op mijn vragen”

Casus 1: Hoe motiveer ik mijn organisatie om gebruik te maken van onze interne marktplaats voor staal?

Jelle ter Braak is Structural Engineer bij Heerema Marine Contrators (HMC), marktleider binnen de internationale olie-, gas- en renewables-industrie met focus op duurzaamheid. Door deelname aan een CIRCO Track is HMC kritisch gaan kijken naar het metaalgebruik; HMC gebruikt veel metaal en kiest altijd voor nieuwbouw staal. Daar liggen kansen.

Om hergebruik te faciliteren en zo kosten en milieu te besparen, werd een interne marktplaats voor staal ingericht. Projectmanagers hoeven niet langer nieuw staal in te kopen, maar kunnen staal inzetten dat reeds is gebruikt in eerdere projecten. Gebruikt staal is er genoeg, HMC heeft er ruim 6 miljoen kilo van liggen. Na afloop van het project biedt een projectmanager het overgebleven of gebruikte staal weer aan op de marktplaats. “Het systeem is er klaar voor, maar”, zo vraagt Jelle, “hoe motiveer ik de organisatie om het te gaan gebruiken?”

De kostenbesparing en toekomstige businesskansen zijn voor HMC weliswaar reëel, maar per project blijkt de financiële winst gering. Er zijn immers veel grotere kostenposten. Jelle gaat daarom naar huis met een plan om de projectmanagers te prikkelen. De interne marktplaats gaat hij pitchen bij Business Unit Heads op een manier die hen in staat stelt dit verhaal uit te dragen richting projectmanagers. Ze kunnen hergebruik-targets stellen voor projecten en teams die veel staal hergebruiken belonen. “Allemaal data die gewoon beschikbaar zijn door dit systeem”, aldus Jelle. Hij is daarom optimistisch: “Begin 2019 hebben we dit geïmplementeerd”.

 

 

Casus 2: Kan ik hergebruikte onderdelen inzetten voor nieuwe producten?

Niels Maat is Manager Drive Solutions en Drive Service bij familiebedrijf SEW-EURODRIVE, wereldwijd trendsetter in aandrijftechniek. SEW-EURODRIVE levert oplossingen voor aandrijf- en besturingstechniek in machinebouw. Omdat het een familiebedrijf is, staat duurzaamheid in de breedste zin goed op de kaart. Ook heeft het bedrijf een groot handelingsperspectief, want ontwerpen, assembleren, verkopen en service gebeurt allemaal in eigen beheer.

SEW-EURODRIVE deed in 2016 mee aan een CIRCO Track maar past vanuit de lean-gedachte al veel langer circulaire principes toe. Dit gebeurt over de gehele levenscyclus van het product, van ontwerp tot productie, gebruik en end of life. Zo hebben ze de arbeidsintensieve reparatieafdeling kunnen ombuigen naar een veel efficiëntere re-use (remanufacturing) afdeling. Klanten kunnen een defect product hier inleveren en krijgen binnen drie dagen hun unieke product gegarandeerd weer terug; zo goed als nieuw, tegen een vaste prijs net onder de nieuwprijs, met een dubbel zo lange garantietermijn. Slijtgevoelige onderdelen worden vervangen en slijtvaste onderdelen worden hergebruikt. “Dit is inmiddels helemaal geaccepteerd in de markt en het biedt ons een competitief onderscheid ten opzichte van al onze concurrenten”, aldus Niels.

Naast deze continue stroom van remanufactured producten, loopt er in diezelfde fabriek ook een stroom van nieuwe producten. En daar ligt de uitdaging van Niels: “Veel van onze klanten hebben aandrijvingen over uit een project en weten niet wat ze daarmee moeten. Zouden we deze producten terug kunnen nemen, de slijtvaste onderdelen hieruit kunnen halen en daarmee onze voorraad van nieuwe productonderdelen kunnen aanvullen? Een klant die bij SEW-EURODRIVE iets koopt, koopt dan een product waar mogelijk gebruikte onderdelen inzitten. Hoe verkoop ik dit hybride product aan een klant?”

Niels krijgt als advies om te toetsen of de klanten van SEW-EURODRIVE bezwaar hebben tegen het hybride product. En om die huiverige klant te overtuigen, ook nog een stel verkoopargumenten: de langere garantietermijn, het gegeven dat vervangen onderdelen verbeterde onderdelen zijn die het product sterker maken, de lagere CO2-footprint van het product, en tot slot zou Niels de klant kunnen vertellen waarom hergebruik van materiaal een goede ontwikkeling is. De aanwezigen vermoeden dat hier eigenlijk geen groot probleem ligt, en Niels dit gewoon kan gaan uitrollen. De schaal is natuurlijk wel groot. “Als we dit gaan doen, dan doen we dit voor alle 2500 klanten in Nederland. Het moet één systeem worden, zonder uitzonderingen”.

 

 

Casus 3: Bedrijven overtuigen te investeren in longer-use techniek

Bart de Gooijer is directeur van CoolTech, specialist in het verduurzamen van metalen door middel van het diep cryogene behandelingsproces. Door de behandeling, eigenlijk een verlengstuk van het hardingsproces, wordt de levensduur van veel metalen verlengd. Het gaat in de beste gevallen om een factor 7 in levensduurverlengingen. Het is bovendien een heel schoon proces, waar alleen stikstof en elektriciteit voor nodig is.

Ondanks de overduidelijke voordelen blijkt het lastig om ketenpartners te overtuigen om in deze techniek te investeren en zo in hun eigen toepassingen een langere levensduur te realiseren. Bedrijven zijn ofwel niet bekend met de techniek en daarom terughoudend, dan wel niet geïnteresseerd in de levensduur maar enkel in de prijs. Weer anderen zijn bang dat door deze behandelmethode de garantie op materialen komt te vervallen.

In een kleine break-out sessie, CIRCO-stijl, werden de ketenpartners van Bart uiteengezet. Veel van zijn potentiele klanten, Original Equipment Manufacturers (OEM’ers), werken nog vanuit het lineaire business model sell more, sell faster, en zijn daarom niet bij voorbaat geïnteresseerd in een levensduurverlening van hun producten. Vanuit dat perspectief worden veel ideeën en namen voorgedragen. CoolTech zou zich kunnen richten op een ander type klanten, bijvoorbeeld klanten bij wie uitval van een machine tot grote schade leidt. Of klanten die met een ander businessmodel werken en een dienst leveren in plaats van een product. Hij zou leasemaatschappijen kunnen benaderen. En, een laatste out-of-the-box oplossing, een heel andere markt bestormen. Als Bart een laagwaardig materiaal met deze behandelmethode hoogwaardiger weet te maken, dan wordt dat materiaal een substituut voor hele hoogwaardige en duurdere metalen. Hij kan een product bieden met dezelfde functionaliteit maar een veel lagere prijs.

Discussieer mee